Telling, verdeling van de zetels en aanwijzing van de verkozenen
1. Telling
2. Toepassing van het systeem D’HONDT
3. Apparentering
4. Aanwijzing van de gekozenen
De stemopneming, de verdeling van de zetels en aanwijzing van gekozenen verloopt per verkiezing.
Hieronder vindt u de algemene regels.
De specifieke regels kunt u nalezen op volgende pagina’s:
Europees Parlement
Kamer voor Volksvertegenwoordigers
Vlaams Parlement
Waals Parlement
Brussels Hoofdstedelijk Parlement
Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
1. De telling
Er zijn aparte stemopnemingsbureaus (“telbureaus”) voor de verkiezingen van de Kamer, de Gewest- en Gemeenschapsparlementen en het Europese Parlement:
- De telbureaus A voor de telling van de stembiljetten van de verkiezing voor de Kamer.
- De telbureaus B voor de telling van de stembiljetten van de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen).
- De telbureaus C voor de telling van de stembiljetten van de verkiezing van het Europees Parlement.
Ieder kantonhoofdbureau A, B en C gaat vervolgens over tot de telling van de stemmen per kanton, op basis van de samenvattende tabellen van de telling van de telbureaus. Dit totaal wordt opgenomen in een verzamelstaat.
In de kantons waar er gebruik wordt gemaakt van de elektronische stemming is er één kantonhoofdbureau en gaat de voorzitter van het kantonhoofdbureau, bij ontvangst van de gevensdragers uit de stembureaus, over tot de registratie van de stemmen op de gegevensdragers, waarna de totalisatie van de uitgebrachte stemmen voor de lijsten en de kandidaten geschiedt.
Het aantal neergelegde stemmen, het aantal blanco en ongeldige stemmen, alsook de stemcijfers en naamstemmen van de verschillende lijsten worden door de kantonhoofdbureaus zo vlug mogelijk op digitale wijze medegedeeld aan de Minister van Binnenlandse Zaken.
De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken plaatst de uitslagen direct voor de burgers, media en kandidaten op het federaal portaal : www.verkiezingen2019.belgium.be.
De voorzitters van de kantonhoofdbureaus zenden digitaal hun proces-verbaal en de verzamelstaat naar de kieskringhoofdbureaus.
De kieskringhoofdbureaus zijn verantwoordelijk voor de zetelverdeling volgens het systeem D’HONDT (en rekening houdend met de apparentering in Wallonië en in Brussel) en de aanwijzing van de gekozenen.
2. Toepassing van het systeem D’HONDT
De stemmen worden per lijst geteld en deze worden vervolgens gedeeld door 1, 2, 3, enz. De quotiënten worden gerangschikt van groot naar klein. De grootste quotiënten krijgen een zetel.
Eerst wordt het stemcijfer van elke lijst bepaald. Dit is het totaal van de stembiljetten waarop één of meer geldige stemmen voor die lijst is uitgebracht. Dit totaal wordt verkregen door optelling van de vier ondercategorieën (= stembiljetten met lijststemmen + stembiljetten met naamstemmen (titularissen en/of opvolgers)) voor die lijst.
Vervolgens wordt de kiesdeler gezocht:
Men deelt het stemcijfer van elke lijst door 1, 2, 3, 4, enz…
De bekomen quotiënten worden genummerd naar grootte tot aan het aantal te verdelen zetels. Het laatste genummerde quotiënt dat recht heeft op een zetel wordt onderlijnd en is de kiesdeler.
Een cijfervoorbeeld ter verduidelijking
11 zetels moeten verdeeld worden over 5 lijsten.
De kiesdeler bedraagt 10.000.
Lijstnummer | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Stemcijfer | 54.000 | 40.000 | 21.000 | 9.800 | 5.200 |
Noemers | Quotiënten | ||||
1 | (I) 54.000 | (II) 40.000 | (IV) 21.000 | 9.800 | 5.200 |
2 | (III) 27.000 | (V) 20.000 | (X) 10.500 | 4.900 | |
3 | (VI) 18.000 | (VIII) 13.333 | 7.000 | ||
4 | (VII) 13.500 | (XI) 10.000 | |||
5 | (IX) 10.800 | 8.000 | |||
6 | 9.000 | 6.666 | |||
7 | 7.714 |
De verdeling van de zetels gebeurt door aan iedere lijst zoveel zetels toe te kennen, als haar stemcijfer de kiesdeler bevat. De deling moet in principe niet worden voortgezet tot aan de breuken.
Alleen wanneer het laatste nuttige quotiënt dat de toekenning van de laatste zetel vaststelt tegelijkertijd op 2 lijsten voorkomt, kan het verschil uit de verwaarloosde breuk voortkomen. In dat geval moet de deling tot de breuken worden voortgezet.
Indien het quotiënt volstrekt identiek is voor twee lijsten zal de zetel worden toegekend aan de lijst met degene van de twee voor dit mandaat concurrerende kandidaten, die de meeste stemmen bekomen heeft of, in de tweede plaats, die de hoogste leeftijd heeft.
Indien een lijst meer zetels behaalt dan zij kandidaten heeft, dan worden de niet toegekende zetels gevoegd bij die welke aan de overige lijsten toekomen.
De verdeling onder deze lijsten geschiedt door de deling van de stemcijfers verder door te drijven tot alle mandaten kunnen worden verdeeld.
Kiesdrempel
Dit is het percentage van het totaal aantal stemmen dat een lijst moet halen om toegelaten te worden tot de zetelverdeling.
Voor de verkiezing van het Europees Parlement is er geen kiesdrempel. Voor de verkiezingen van de Kamer en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen bedraagt de kiesdrempel 5%.
3. Apparentering
(Enkel van toepassing voor de verkiezingen van de leden van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Parlement).
De zetelverdeling in geval van lijstenverbinding of apparentering gebeurt op onderstaande wijze:
Vaststelling van de kiesdeler in het kieskringhoofdbureau in de kieskring.
De kiesdeler wordt in dit geval verkregen door het aantal geldige stembiljetten te delen door het aantal toe te kennen zetels in de kieskring.
Bepaling van het kiesquotiënt van elke lijst.
Dit wordt verkregen door het stemcijfer van de lijst te delen door de kiesdeler. Het kiesquotiënt geeft door het cijfer van zijn eenheden, het aantal zetels dat onmiddellijk aan de lijst is toegekend (eerste zetelverdeling tussen de lijsten).
Precisering van de lokale breuk.
De lokale breuk maakt het mogelijk om het aantal zetels te bepalen dat de lijst zal verkrijgen op basis van de provinciale zetelverdeling. De lokale breuk wordt verkregen door het kiesquotiënt van elke lijst te delen door het aantal onmiddellijk aan de lijst toegekende zetels, verhoogd met een eenheid.
Bepaling van het provinciale stemcijfer in het Provinciaal Centraal Bureau.
Hiertoe worden de stemcijfers van alle lijsten die een groep vormen in de kieskringen van de provincie, opgeteld.
Vaststelling van het aantal zetels dat nog toegekend moet worden in de provincie:
Vastlegging van het quorum
Om deel te nemen aan de provinciale zetelverdeling, moet een lijst in minstens 1 kieskring een stemcijfer hebben behaald dat gelijk aan of groter is dan 33% van de kiesdeler van deze kieskring. De geïsoleerde lijsten die aan deze voorwaarde voldoen, kunnen eveneens deelnemen aan de provinciale zetelverdeling.
Verdeling van de nog toe te kennen zetels
Het provinciale stemcijfer van de lijst moet nog gedeeld worden door het aantal onmiddellijk verkregen zetels in de verschillende kieskringen, vermeerderd met 1, 2, 3, 4 enz.
De quotiënten die zo verkregen worden, worden vervolgens per grootte ingedeeld in functie van het aantal nog te verdelen zetels.
Aanwijzing van de kieskringen waar bijkomende zetels toegekend worden
Deze zetels worden eerst toegekend aan de geïsoleerde lijsten, te beginnen met diegene die het hoogste quotiënt heeft.
Voor de lijsten die een groep vormen, gebeurt de aanwijzing door de kiesdeler van de kieskring te delen door het aantal onmiddellijk toegekende zetels, vermeerderd met 1, 2, 3, 4 enz.
De bijkomende zetels die toegekend worden aan de lijst zullen naar de kieskring gaan waar de lijst de hoogste lokale breuk heeft verkregen, op voorwaarde natuurlijk dat er in deze kieskring nog een zetel toe te kennen is.
4. Aanwijzing van de gekozenen
Na de verdeling van de zetels onder de lijsten, gaan de bureaus over tot de aanduiding van de kandidaten aan wie deze mandaten toegekend zijn.
In België kunnen lijststemmen worden uitgebracht en voorkeurstemmen. Indien een lijststem werd uitgebracht, werd niet op een specifieke kandidaat gestemd. Deze stemmen worden ook “overdraagbare lijststemmen genoemd” en worden verdeeld over de individuele kandidaten.
De overdracht van de lijststemmen ten gunste van de volgorde van kandidaten wordt beperkt met de helft, zodat de bekomen naamstemmen doorslaggevender worden.
Omdat er bij de verkiezingen van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap geen opvolgers worden gekozen, verloopt de aanwijzing van de gekozenen anders.
Regels van toepassing voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, de Kamer, het Vlaams Parlement en het Waals Parlement.
Allereerst wordt het verkiesbaarheidscijfer berekend. Dit is het minimum aantal stemmen dat een kandidaat moet halen om een zetel te krijgen, dit is het stemcijfer van de lijst gedeeld door het aantal zetels voor de lijst + 1 (een breuk moet altijd naar boven worden afgerond, ongeacht het quotiënt).
De stembiljetten worden in vier categorieën verdeeld:
- louter lijststemmen
- stemmen voor één of meer titularissen
- stemmen voor kandidaat-titularis(sen) én kandidaat-opvolger(s)
- stemmen voor één of meer opvolgers
Voor de titularissen. Er is een overdracht van stemmen die niet op naam zijn en van de stembiljetten waar niet op een titularis werd gestemd (= categorie 1 en 4).
De helft van deze stemmen worden overgedragen aan de kandidaten die onvoldoende stemmen hebben.
Deze stemmen worden toegewezen in functie van de plaats van een kandidaat op een lijst. Indien het aantal naamstemmen van de eerste kandidaat lager is dan uit het verkiesbaarheidscijfer, krijgt hij zoveel overgedragen lijststemmen als nodig om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken.
De resterende lijststemmen worden op dezelfde wijze overgedragen aan de tweede kandidaat van de lijst, enzovoort.
In de praktijk, indien het aantal lijststemmen groot is, trekt men niet telkenmale van het totaal aantal stembiljetten ten gunste van de overdracht het aantal toegekende stembiljetten af. Enkel op het ogenblik waarop het bureau denkt dat het dit totaal nagenoeg uitgeput heeft, vergewist het zich van het getal nog beschikbare stembiljetten, door van het totaal stembiljetten ten gunste van de overdracht het totaal van reeds toegekende stembiljetten af te trekken.
Na de kandidaat-titularissen voor elke lijst als verkozen aangewezen te hebben, gaat het bureau over tot het aanwijzen van de opvolgers.
In elke lijst waarvan één of meer kandidaten als titularis zijn gekozen, worden de kandidaat-opvolgers die de meeste stemmen hebben behaald, of bij gelijk aantal stemmen, in de orde van inschrijving op het stembiljet, eerste, tweede, derde opvolger, enz. verklaard.
Voor de aanwijzing van de kandidaat-opvolgers geldt hetzelfde principe als hierboven beschreven: Er is een overdracht van stemmen die niet op naam zijn van de stembiljetten waar niet op een opvolger werd gestemd (= categorie 1 en 2). Dit cijfer wordt gedeeld door twee.
Zij worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat-opvolger heeft behaald, voor wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken. Is er een overschot, dan wordt het op gelijkaardige wijze toegekend aan de tweede kandidaat-opvolger, vervolgens aan de derde en zo verder, volgens de volgorde van voordracht, totdat de helft van het aantal stembiljetten die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht van deze kandidaten, uitgeput is.
Een cijfervoorbeeld ter verduidelijking
Een lijst heeft 72:000 stemmen gehaald en vier zetels verworven.
De verdeling van de stemmen is als volgt:
Categorie | Aantal Stemmen | |
---|---|---|
Lijst stemmen | 1 | 7.000 |
Stemmen op een of meerdere titularissen | 2 | 25.000 |
Stemmen op een of meerdere titularissen en opvolgers | 3 | 34.000 |
Stemmen op een of meerdere opvolgers | 4 | 6.000 |
Totaal | 72.000 |
Verkiesbaarheidscijfer : 14.400 of (72.000)/(4 + 1). Een kandidaat moet dus minimum 14.400 stemmen hebben gekregen om te worden verkozen.
Indien een kandidaat minder stemmen heeft gekregen kunnen de overdraagbare stemmen worden toegevoegd.
Aantal overdraagbare stemmen:
Aantal stembiljetten ten gunste van de orde van voordracht van de kandidaat-titularissen : 13.000 : 2 = 6.500 (ondercategorieën 1 + 4).
Aantal stembiljetten ten gunste van de orde van voordracht van de kandidaat-opvolgers : 32.000 : 2 = 16.000 (ondercategorieën 1 + 2).
Kandidaat-titularissen | Naamstemmen | Overdracht voor kandidaat-titu-larissen | Totaal Naamstemmen | Gekozenen |
---|---|---|---|---|
1 | 12.000 | + 2.400 | 14.400 | 4de |
2 | 17.000 | - | 17.000 | 2de |
3 | 20.000 | - | 20.000 | 1ste |
4 | 5.000 | + 4.100 | 9.100 | - |
5 | 15.000 | - | 15.000 | 3de |
6.500 |
Zijn als kandidaat-titularissen verkozen in volgorde:
nr. 3, 2, 5 en 1
Kandidaat-opvolgers | Naamstemmen | Overdracht voor kandidaat-op-volgers | Totaal Naamstemmen | Opvolgers |
---|---|---|---|---|
1 | 13.000 | + 1.400 | 14.400 | 2de |
2 | 25.000 | - | 25.000 | 1ste |
3 | 8.000 | + 6.400 | 14.400 | 3de |
4 | 1.000 | + 8.200 | 9.200 | 4de |
16.000 |
Zijn als kandidaat-opvolgers verkozen in volgorde:
nr. 2, 1, 3 en 4.
Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
De aanwijzing van de verkozenen en opvolgers binnen deze parlementen gebeurt volgens een methode die gelijkaardig is aan deze die gebruikt wordt voor de verkiezing van het Europese Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen.
Omdat de lijsten echter geen aparte opvolgers hebben, gebeurt de indeling van de stemmen slechts in twee subcategorieën en de overdracht van de stemmen op een aangepaste wijze.
Bij het uitbrengen van een lijststem èn naamstemmen op een lijst, vervalt de lijststem.
Nadat de gekozen kandidaten zijn aangewezen, wordt overgegaan tot de aanduiding van de opvolgers. Wanneer één of meerdere kandidaten op dezelfde lijst verkozen zijn, worden de niet-gekozen kandidaten op dezelfde lijst op dezelfde wijze aangeduid tot opvolger.
Cijfervoorbeeld
Aantal stembiljetten met een loutere lijststem : 33.000
Aantal stembiljetten met naamstemmen : 39.000
Stemcijfer : 72.000
Aantal verworven zetels : 4
Verkiesbaarheidscijfer : (72.000) / (4 + 1) = 14.400
Aantal stemmen voor overdracht : 33.000 : 2 = 16.500
Kandidaten | Naamstemmen | Overdracht | Totaal naamstemmen | Gekozenen |
---|---|---|---|---|
1 | 9.600 | + 4.800 | 14.400 | 3de |
2 | 2.100 | + 11.700 | 14.400 | 4de |
3 | 7.700 | - | 7.700 | |
4 | 8.400 | - | 8.400 | |
5 | 17.300 | - | 17.300 | 1ste |
6 | 9.700 | - | 9.700 | |
7 | 16.000 | - | 16.000 | 2de |
16.500 |
Zijn als kandidaten verkozen, in volgorde:
Kandidaten nr. 5, 7, 1 en 2.
Kandidaten | Naamstemmen | Overdracht | Totaal naamstemmen | Gekozenen |
---|---|---|---|---|
3 | 7.700 | + 6.700 | 14.400 | 1ste |
4 | 8.400 | + 6.000 | 14.400 | 2de |
6 | 9.700 | + 3.800 | 13.500 | 3de |
16.500 |
Zijn als opvolgers verkozen, in volgorde:
Kandidaten nr. 3, 4 en 6.